De VVD is bezorgd over mogelijke vertraging in de ontwikkeling van de werklocaties en de gevolgen die dit kan hebben voor arbeidsplaatsen in Leusden. Terzake zijn door ons de volgende schriftelijke vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders.
vragen VVD werklocaties
Maand: mei 2014
Bijdrage VVD aan het debat over het coalitieakkoord
Namens de VVD voert op 24 april de kersverse vice-fractievoorzitter Pieter Lensselink het woord:
De heer Lensselink zegt dat de verkiezingen in maart jl. hebben geleid tot een aardverschuiving binnen de Leusdense politiek. Niet zozeer qua uitslagen, maar wel in de uitkomsten. In volgorde van het aantal stemmen per partij heeft een stevige meerderheid van de kiezers gestemd op D66, het CDA en de VVD. Samen hadden deze partijen bijna 70% van alle uitgebrachte stemmen.
De uitkomsten van het gehele formatieproces leidden echter tot een coalitie van de grootste partij D66 en de twee partijen die de minste stemmen hebben gekregen. Bij elkaar heeft deze coalitie 56% van de stemmen. Er is geen graad in politieke wetenschap voor nodig om vast te stellen dat de uitkomsten van het formatieproces hiermee bepaald anders zijn dan de uitslagen van het verkiezingsproces. Daarnaast – gezien de zetelwinsten en -verliezen per partij -zullen veel kiezers zich verbaasd hebben dat er politiek een ruk naar links gemaakt is.
Eveneens zullen kiezers zich verbaasd hebben over het formatieproces, want ondanks alle transparantie en openbare behandelingen was het na de eerste informerende en besloten gespreksronde al bekeken welke kant het op moest.
Inhoudelijke argumenten daarvoor heeft de VVD niet gehoord, behalve dat het progressiever moest en dat het voor de rest een kwestie van gevoel was. Een terugkerend geluid was dat het huidige politieke bestel van consensus en een breed gedragen coalitie zijn tijd had gehad en dat het tijd was voor democratische vernieuwing. Dat betreurt de VVD, want van alles wat hij van kiezers heeft gehoord, was dat niet een sterke roep om democratische vernieuwing. De VVD zal het wel met deze uitkomst moeten doen, want zo kan het democratisch proces dus gaan.
De VVD gaat de komende jaren als vanouds voor de inhoud en voor de juiste beslissingen. Het liefst vanuit liberaal perspectief, maar voor hem staat het algemeen belang en dus dat van de Leusdense gemeenschap altijd voorop. Ook als oppositiepartij zal de VVD het belang van Leusden zo goed mogelijk dienen. Door de transities in het sociaal domein, de economische situatie en de bezuinigingen gaan de komende jaren niet gemakkelijk worden. Er zijn veel onzekerheden en er zullen maatschappelijke dilemma’s komen, die gemakkelijk tot tegenstellingen kunnen leiden. Er moet pijn worden verdeeld en er moet pijn worden verzacht. Tegelijkertijd biedt dat kansen, omdat vliegers alleen door tegenwind opstijgen. De coalitie heeft desondanks gekozen voor een tamelijk smalle coalitie en een duidelijke oppositie. De problematiek waar gemeenten de komende jaren voor staan, vragen van het openbaar bestuur degelijk en duidelijk beleid, zowel sociaal, economisch en financieel. Op die degelijkheid en duidelijkheid van dat coalitieakkoord heeft hij wel wat aan te merken en de VVD heeft ervoor gekozen om dat nu te doen, op de plek waar dat hoort, in de openbare vergadering van de raad. Heel concreet kan hij dat nog niet doen omdat het akkoord nog concreet uitgewerkt moet worden in een coalitie-uitvoeringsprogramma. Desondanks is het wel een coalitieakkoord en daarmee een bindend richtsnoer voor de coalitie. Voordat hij overgaat tot het inhoudelijke deel wenst hij de coalitie en het college de komende jaren veel succes, sterkte en wijsheid toe bij de uitvoering van hun taak.
Het coalitieakkoord mist samenhang en lijkt uit losse onderdelen te zijn opgebouwd. De integrale benadering en samenhang tussen de diverse beleidsvelden ontbreekt. Centraal speerpunt zou in deze tijd toch moeten zijn dat de maatschappij tot een maximale sociale en economische zelfredzaamheid van inwoners moet komen. Hoe worden nu werkgelegenheid, economie, scholing, armoedebeleid, zorg en re-integratie aan elkaar verbonden. In dat verband komt het Leusdense bedrijfsleven er maar bekaaid af. Er zijn weinig punten over het stimuleren en goed faciliteren van de economie en het lokale bedrijfsleven.
De huidige tendens is een participatiemaatschappij waarin iedereen mee moet doen en een inclusieve samenleving waardoor ook iedereen mee kán doen. De overheid kan het niet meer alleen. Er is geen enkele duiding wat voor gemeente Leusden wil zijn of welke rol de gemeente wil nemen. Gelet op de rijksbezuinigingen op het Gemeentefonds en de drie decentralisaties moet er wel wat meer gebeuren dan een gemeente die alleen maar faciliteert, stimuleert en samenwerking bevordert. Bovendien wordt in het akkoord het initiatief voortdurend bij inwoners gelegd, terwijl de mechanismes die ons terugbrengen van een geïndividualiseerde maatschappij naar een participatiemaatschappij niet geadresseerd worden. Dat gaat heus niet vanzelf. Niet verwacht mag worden dat inwoners zomaar het openbaar groen gaan onderhouden of ineens tijd over hebben om anderen te helpen participeren.
Wat deze coalitie dan wel wil, is zonder duidelijke dekking allerlei extra uitgaven verhogen (duurzame energiesystemen, energieakkoord, oud papier, Fair Trade, laadpunten, kwijtschelding verruimen). Er is een forse toename van de uitgaven, zonder dat er ergens anders wordt bezuinigd of dat er een duidelijke financiële return is. Maatschappelijk zijn het allemaal mooie onderwerpen, maar uiteindelijk moet iemand dat betalen en hij vreest dat dit de inwoners zijn.
De drie decentralisaties gaan gepaard met grote bezuinigingen en dwingen de gemeente tot nieuwe creativiteit om met minder middelen uiteindelijk een beter effect te halen. Op welke wijze denkt deze coalitie dat te gaan doen: scherp inkopen door regionale samenwerking, efficiënter werken vanuit één klant, één plan, één regie, voorzien in goede en laagdrempelige collectieve basisvoorzieningen waardoor problemen klein blijven? Het enige wat deze coalitie hierover zegt, is dat het de Jeugdzorg gaat verbinden met integrale veiligheid. Gelukkig zegt de Jeugdwet zelf al veel over de veiligheid van het kind, waardoor de toevoeging van deze coalitie tamelijk overbodig is. Verder is niets te vinden over het ouderenbeleid of het gehandicaptenbeleid. Hoe gaat dit college om met de verandering binnen de zorgzwaartepakketten waardoor ouderen langer thuis moeten wonen? Hoe gaat dit college de bezuinigingen op de WSW oplossen waarbij per werknemer € 4.700,00 bezuinigd wordt en er grote tekorten zullen ontstaan? Beschut werk, gaat dat nu toch steeds naar Amfors of wordt dit juist meer bij reguliere werkgevers ondergebracht? De gemeente zal daar wel een eigen beleid in moeten ontwikkelen.
Verder is onduidelijk op welke wijze de coalitie het passend onderwijs, vaak de vierde transitie genoemd, gaat verbinden met het onderwijsbeleid en de drie decentralisaties. Ook een financiële visie ontbreekt. De coalitie wil dat het budget sociaal domein ontschot blijft, maar dat was niet de bedoeling van het rijk. Het rijk wilde juist de gemeenten de kans geven om het geld te bestemmen naar de lokale omstandigheden en vanuit de behoefte van de inwoners. De coalitie zal toch echt aan de inwoners en het college moeten vertellen hoe zij dat geld gaat verdelen over Jeugdzorg, WMO-zorg of participatie/re-integratie.
Het akkoord is niet erg specifiek qua doelstellingen en resultaten. Er moet nog een uitvoeringsprogramma worden gemaakt met de nodige doorrekeningen. De wensen zijn alvast bindend op tafel gelegd, maar de financiële dekking wordt later doorgerekend. Als het tegenvalt, moet de coalitie terugkomen op beloften en als de coalitie dat niet doet, stevent de gemeente af op een financieel tekort. De VVD heeft de boel liever vooraf sluitend en denkt na over het financiële kader. Dat is gedegen en solide en dat mist hij in het coalitieakkoord. Dat blijkt uit het gebaar om gedurende twee jaar overschrijdingen op de drie decentralisaties toe te staan. Kennelijk houdt de coalitie er al rekening mee dat de plannen niet binnen de budgetten gerealiseerd kunnen worden. De VVD vindt dat niet goed. Als de coalitie echte veranderingen wil binnen het sociaal domein moet het college ervoor zorgen dat er op de projectorganisatie een gezonde prestatiedruk staat om de uitvoering wel binnen de budgetten te houden. De coalitie schiet nu vooraf al in een beetje in de reparatiestand door gedurende twee jaar incidentele uitnamen uit de reserves toe te staan. Omdat er geen limiet is genoemd, lijkt het op een carte blanche en feitelijk ontstaat nu de situatie dat de bezuinigingen van het rijk via de reserve indirect worden door vertaald naar de inwoners. Dat is geen gewenste situatie. Als geen ander is de VVD het met de coalitie eens dat niemand tussen wal en schip gaat vallen en dat schrijnende gevallen altijd geholpen worden.
De VVD hecht sterk aan financiële discipline en een goed beheer van de gemeentekas. De VVD heeft samen met het CDA vijf moties voorbereid die door het CDA in haar betoog worden ingediend. Deze zijn echter alle door de coalitie verworpen. Men geeft wel aan de inhoud in het college-uitvoeringsprogramma mee te nemen.